Effectief prikkelmanagement: Balanceren tussen verveling en overwhelm.

Als veelzijdige professional weet je als geen ander hoe uitdagend het kan zijn om prikkels te managen. Enerzijds raak je snel verveeld in je werk, terwijl je tegelijkertijd regelmatig overweldigd wordt door de vele verschillende dingen die je doet. Doe je wat je doet ook nog graag heel goed, en ben je geneigd om de behoeften van anderen boven die van jezelf te stellen? Ook dan kun je gemakkelijker overprikkeld raken.

Voor deze blog over prikkelmanagement heb ik een fascinerend gesprek gehad met gastexpert Wouter Hijlkema. Hij coacht introverte hoogbegaafden om hun prikkels beter te managen. Samen hebben we waardevolle inzichten en praktische tips verzameld die we hier met je delen.

Benieuwd naar het volledige gesprek? Klik hier om het te bekijken. Laten we in onderstaand gesprek samen duiken in de wereld van effectief prikkelmanagement en ontdekken hoe jij het beste uit je veelzijdige talenten kunt halen.

Vraag 1: Wat is onder- en overprikkeling?

Wouter:

Ik begin aan de aan de onderprikkeling kant. Elke dag als je wakker wordt zijn er nog niet zoveel prikkels. Tenzij je een hele akelige wekker hebt misschien. Maar je begint met weinig prikkels en in extreme mate is onderprikkeling verveling. Als je hem nog verder doortrekt dan zit je richting bore out. Dan heb je gewoon te weinig impulsen. Je moet het zien als een soort curve. Dat ziet er een beetje uit als een normaalverdeling.

Het punt waar je een optimaal aantal prikkels hebt, dan voel je je eigenlijk optimaal. Je hebt er precies genoeg om je brein bezig te houden.

Ga je meer prikkels krijgen, dan ga je richting overprikkeling. Want dan heb je er teveel. En dan word je eigenlijk een soort van gebombardeerd met prikkels op een gegeven moment. In extreme mate zit je dan in een burnout.

Sarah:

Ja, dus dat is eigenlijk een overload van het brein die dat niet meer aankan. En wat betreft de normaalverdeling. Dat zegt dus alles over dat er een uitschieters zijn aan de uiteinden. Het stuk waar het onaangenaam wordt. En dat is dus zowel bij te veel als te weinig prikkels. Vooral te weinig prikkels, is een hele interessante. Daar is wat minder aandacht voor geweest.

Wouter:

Zeker.

Sarah:

Dat kan namelijk dezelfde desastreuze gevolgen hebben als te veel prikkels. Maar het goede nieuws is dus ook - bij een normaalverdeling van prikkels - dat er nog heel veel ruimte zit tussen: wat is nou die balans? Er is niet één punt van nou als je precies hier zit, dan heb je bij elkaar genomen een perfecte balans. Er zit gelukkig een hele range: daar heb je een beetje wat veel prikkels, hier een beetje wat weinig. En dat is allemaal nog niet problematisch. Het is ook heel normaal dat dat eigenlijk een beetje fluctueert, ook gedurende de dag.

Dus de ene kant van het spectrum is eigenlijk dat je te weinig geprikkeld wordt, en de andere kant van het spectrum is dat je te veel geprikkeld wordt.

Wouter:

Precies, ja.

Overprikkeling is dus eigenlijk een overload van het brein die dat niet meer aankan.


Vraag 2: Welke soorten prikkels zijn er?


Wouter:

Je hebt er vijf. Als je kijkt naar de theorie van de Dabrowski, heb je vijf prikkelgevoeligheden. Dat zijn verbeelding, emotie, sensorisch, psychomotorisch en intellectueel.

Verbeelding is wat je in je hoofd allemaal verzint aan fantasie en dat soort dingen. Dat zijn dus interne prikkels. Dan heb je emotie. Die kan zowel van binnen als van buiten komen. Kan je eigen emotie zijn, maar als je daar gevoelig voor bent kan het ook een emotie van iemand in je eigen omgeving zijn. Dan hebben we sensorisch. Sensorisch is alles wat via je zintuigen binnenkomt: horen, zien, proeven, ruiken, enzovoort. Die is dus extern. Komt van buitenaf. Dan heb je psychomotorisch. Dat is meer een behoefte aan beweging of juist niet. En tot slot intellectueel is het denken en analyseren, verbanden leggen, dat soort dingen. Dus dat gebeurt intern.

Verbeelding, emotie en intellect kunnen vaak samenwerken. Er gebeurt iets en dat roept een emotie bij je op. Vervolgens gaat je fantasie ermee aan de haal. Waar je dan weer over na gaat denken en wat weer een nieuwe emotie oproept. En het kan twee kanten op: het kan of heel leuk worden of niet zo leuk. Als niet zo leuk wordt, dan noemen we dat de cirkel van ellende. Jezelf lekker de put in denken.

Sarah:

Het piekeren.

Wouter:

Ja, precies. Dus dan gaan je interne prikkels die gaan jou "helpen". Niet echt dus (lacht).

Sarah:

Dus die gaan "helpen" om er echt een enorm piekerverhaal van te maken. 

Wouter:

Ja.

Sarah:
Dat is ook wel weer grappig, hé? Daar hou ik wel van, dat weet je wel een beetje. Ik hou er wel van om dingen met humor positiever te formuleren. Waardoor je ineens denkt: "Oh ja, zo kun je het ook bekijken."

Want het is natuurlijk ook wel een interessante, hé. Dat dit dus eigenlijk plaatsvindt onder andere in ons brein en natuurlijk ook in je lijf met emoties. Waarbij een optimale samenwerking is - in negatieve zin - van je verbeelding, intellect en emotie. Ik noemde het laatst nog bij iemand: het feest in je hoofd. In plaats van "oh oh, ik ben zo aan het piekeren" zei ik: "nou, het is ook gewoon lekker feest in je hoofd!" (lacht)

Als je emotie, verbeelding en intellect gaan samenwerken kan het twee kanten op: het kan of heel leuk worden of niet zo leuk. Als niet zo leuk wordt, dan noemen we dat de cirkel van ellende.


Vraag 3: Hoe zit het met de hoeveelheid prikkels?


Wouter:

Je hebt er of te veel, of te weinig. Of precies genoeg.

Sarah:

Ja precies, dat willen we natuurlijk. Die prachtig, gebalanceerde prikkels. Als het ook juist gaat om talentontwikkeling, dus waar ik me op richt, is het echt heel belangrijk dat er ook prikkels zijn waar je wat mee kan doen. Dus juist ook bij de multipassionate. Die ook hoogbegaafd zou kunnen zijn, dus dit zijn geen twee verschillende werelden - maar er zal ook een deel overlap zijn.

Als multipassionate is het een enorme kracht is dat je heel gemakkelijk verbanden legt. Dat je een heel creatief denkend brein hebt. Dus dat dat filter waarbij die prikkels binnenkomen bij deze type mensen, dat die niet zo vernauwd is, maar juist vrij groot, waardoor er ook veel binnenkomt en veel dingen met elkaar verbonden kunnen worden.

Waardoor je ook heel veel ideeën kan hebben de hele dag. En het juist dus ook heel erg leuk vindt om je met verschillende disciplines bezig te houden of bij verschillende afdelingen mee te denken. Dus dat het voor jou ook daardoor lastiger is om je heel erg te focussen op iets kleins of iets eenzijdigs. Juist omdat dat brein voor jou echt gemaakt is, geprogrammeerd is om juist die veelheid van dingen ook te ontvangen. 

Wouter:

Eigenlijk is zo’n prikkelgevoeligheid best wel een talent, zou je kunnen zeggen. Het stelt je inderdaad in staat om de hele wereld om je heen waar te nemen en die verbanden te leggen. Ja, dus eigenlijk alleen maar goed, toch? (knipoogt)

Sarah:

Ja! (lacht)

Eigenlijk is zo’n prikkelgevoeligheid best wel een talent, zou je kunnen zeggen.


Vraag 4: Zijn er bepaalde type mensen die meer last hebben van over- of onderprikkeling? En zo ja, hoe komt dat dan?


Wouter:

Ja, dat is een interessante vraag. Ik dacht altijd dat ik er vooral zelf heel veel last van had als introvert. Ook nog hoogbegaafd. Toen ging ik om me heen kijken en toen viel me op dat er meer "soorten" mensen last van hebben. Op een gegeven moment ontdekte ik zelfs dat ook extraverten er last van kunnen hebben. Verder komt het vaker voor bij mensen met autisme bijvoorbeeld. Die kunnen er snel last van hebben. En mensen die HSP (hoogsensitieve personen) zijn.

Sarah:

Waarbij dat sensorische deel heel erg open staat dan eigenlijk. 

Wouter:

Ja, precies. En dan kun je dus van andere soorten prikkels last hebben, hé. Dus het hoeft niet dat je van alle prikkels evenveel last hebt. Dat verschilt ook weer per mens.

Sarah:
Oké, dus dingen liggen toch elke keer weer niet heel eenvoudig. Wij mensen blijven complexe wezens hè?

Wouter:
Ja, ja, verschrikkelijk. (lacht) 

Sarah:

Oké, dus eigenlijk zeg je mensen waarbij die filter überhaupt veel openstaat hebben er sneller last van. Dat is op zich wel logisch. Creatieve mensen, die zijn vaak heel creatief omdat ze dus altijd veel prikkels ontvangen en daardoor ook de mooiste dingen bij elkaar kunnen verzinnen, bedenken of verbinden. En je zei introversie, waarbij je dus ook vaker behoefte hebt aan tijd alleen. Omdat je daar meer van oplaadt. Maar mensen met een meer extraverte persoonlijkheid net zo goed ook weer. Dus ja, het is bijna van: iedereen en wie niet?

Wouter:

Ja, precies. Uiteindelijk kan iedereen er last van hebben. Je hebt ook nog een aantal subsoorten en nog een aantal andere soorten. Kijk, als je een burnout hebt, dan zit je al in overprikkeling. Maar als je eenmaal in die burnout zit, dan ligt jouw prikkeldrempel ook veel lager. Dus dan zit je nog sneller in overprikkeling. 

Sarah:
Ja, precies. Wat ik in ieder geval ook weet is dat mensen die heel bevlogen zijn, zich heel verantwoordelijk voelen voor anderen, voor het werk, voor de taken die verricht moeten worden. Dat die ook sneller daarin stapje extra zetten, waardoor ook die kans op die overprikkeling sneller aanwezig is. Zelf was ik ook zo iemand. Ik heb lang in het onderwijs gewerkt en daar werken heel veel bevlogen mensen. De mensen die ik begeleid zijn ook vaak hele gepassioneerde mensen, heel bevlogen, groot verantwoordelijkheidsgevoel. Wat heel goed is en heel helpend. Want daar is op zich helemaal niks mis mee. Alleen daarin ook grenzen kennen en ook in contact blijven met jezelf daarin is ook heel belangrijk. Dat je ook weet wanneer is het goed om de verantwoordelijkheid voor je eigen prikkelniveau te nemen.  

Wouter:

Ja, Absoluut.

Creatieve mensen, die zijn vaak heel creatief omdat ze dus altijd veel prikkels ontvangen en daardoor ook de mooiste dingen bij elkaar kunnen verzinnen, bedenken of verbinden.


Vraag 5: Wat hebben mensen eraan om hun prikkels beter te leren managen?


Wouter:

Ik denk dat het heel belangrijk is om voor jezelf duidelijk te hebben waar jouw triggers liggen. Waar kun je veel van hebben en waar niet? Daarnaast is er ook een stukje acceptatie in. Soms heb je er gewoon te veel. En dat is nou eenmaal zo. Dat voorkom je niet altijd. Wat je dan zou moeten doen is dat je daarna gaat kijken van: oké, hoe kan ik de balans weer even terugbrengen voor mezelf? Kennis en inzicht daarin is denk ik heel belangrijk.

Sarah:

Precies. Ik denk ook dat het heel erg helpt als je weet waar dingen vandaan komen en dat ook kan communiceren naar anderen. Ik merk in mijn begeleiding dat ik heel veel aan communicatietechnieken werk. En dat vind ik ook heel leuk. Het helpt heel erg als je dat zelfinzicht hebt, en vervolgens hoe communiceer je dat op een manier die ook werkt? Want anders is het: “ja, ik heb hier allemaal last van dus jullie moeten eens even…(vul maar in)“

Begin maar eens met de ander te begrijpen.

Wouter:

Ja, precies.

Soms heb je er gewoon te veel. En dat is nou eenmaal zo. Dat voorkom je niet altijd. Wat je dan zou moeten doen is dat je daarna gaat kijken van: oké, hoe kan ik de balans weer even terugbrengen voor mezelf?


Sarah:

In plaats van te verwachten dat die ander jou moet begrijpen. Alleen helpt het wel om jezelf ook te begrijpen waardoor je weet waarom iets jou raakt, of iets met jou doet. Of je ergens mee worstelt. Zodat je het ook minder hoeft te projecteren op een ander en de ander verantwoordelijk hoeft te stellen daarvoor. Maar dat je dan kan zeggen: “dit is welk effect het op mij heeft en dat is in deze en deze situatie niet zo ideaal voor mij.”

In plaats van te zeggen: "Dus jullie moeten dat allemaal voor mij oplossen." Kun je bijvoorbeeld zeggen: “Is er een mogelijkheid dat we een weg kunnen vinden waarin ik ook beter tot mijn recht kan komen, maar vooral ook voor jullie beter dat kan leveren wat we hebben afgesproken?" of “…zodat ik met meer energie naar mijn werk kan komen.”

Als je het vanuit die gedachte doet, van wat levert het ook op in eerste instantie, dan zijn mensen ook veel meer geneigd om met jou mee te denken, want dan is het een win-win situatie.

Wouter:

Ja, precies.

Ik kan me heel goed voorstellen als je dit leest dat je denkt: ik wil ook weleens weten hoe dat zit met mijn eigen prikkels en hoe ik dit beter kan managen eigenlijk. En daarvoor hebben wij iets heel leuks, toch Wouter?


Wouter:

Absoluut, ja.

Sarah:

Ik heb Wouter namelijk gevraagd om als gastexpert langs te komen in het Flow Café. Dat is dé maandelijkse ontmoetingsplek voor multipassionates die samen willen groeien op persoonlijk en zakelijk vlak. Elke maand behandelen we een ander thema. Ik geef die cafés zelf, maar ik nodig ook gastexperts uit. En omdat ik weet dat prikkels een thema is ook bij multipassionates, leek het me superleuk om Wouter daarvoor te vragen. En die heeft ja gezegd.

Wouter:

Jeej! (juicht)

Sarah:

Jeej, feest! (juicht mee)

Op 21 juli is het Flow Café, wat dan plaatsvindt van 19.30u in de avond tot 21.00u 's avonds (CET). Dan zal Wouter een workshop geven, dus over onder- en overprikkeling. Tipje van de sluier, Wouter?

Wouter:

Het is interactief, dus we gaan ook echt met jouw inbreng gaan we aan de slag. Zodat jij kan kennismaken met wat jouw triggers zijn. En wat jou overprikkelt en onderprikkelt.

Sarah:

Hier een inkijkje in hoe gezellig het is in het Flow Café 🥳

Top. Het lijkt ons dus superleuk als je dan aanschuift in het Flow Café. Je kunt je tafeltje hier reserveren.  

Sarah Vermazen

Multipassionate trainer and coach that helps other multipassionates unlock their potential and thrive.

https://www.inyournaturalflow.com
Vorige
Vorige

Ontsnappen aan de 5 valkuilen van een multipassionate

Volgende
Volgende

Geluk ligt voor je neus